Zwanger
Vier Spanjaarden – twee mannen en twee vrouwen – hadden via een uitzendbureau werk gevonden in Nederland. Een deel van hen is gehuisvest op het vakantiepark in Biddinghuizen. De anderen waren op 26 oktober vorig jaar bij hen op bezoek. Op dat moment voelde één van de twee vrouwen, zij was op dat moment enkele maanden zwanger, zich niet lekker waarop 112 werd gebeld. Een ambulance kwam ter plaatse. De hulpverleners komen tot de conclusie dat hun hulp door de ambulancedienst niet nodig is en maken voor de vrouw een afspraak bij de huisartsenpost. Dan slaat de vlam in de pan. De vrouw spuugt de verpleegkundige in het gezicht waarop een vechtpartij ontstaat waarbij beide hulpverleners zijn mishandeld. Om zich te verdedigen schopt de ambulanceverpleegkundige de belagers van zich af en zij vluchten het vakantiepark af. Agenten verklaren later dat ze de ambulancemedewerkers zeer overstuur aantroffen.
Enorme impact op hulpverleners
Uit de door de politierechter voorgelezen slachtofferverklaringen blijkt dat de gebeurtenissen een enorme impact hebben gehad op beide hulpverleners. Niet alleen raakten ze gewond, onder andere botbreuken, maar ook mentaal kampen beiden nog steeds met problemen. Ook kan de ambulancechauffeur nog steeds niet werken. Het Openbaar Ministerie had alle vier de verdachten beide mishandelingen ten laste gelegd. Met de officier van justitie is de politierechter van mening dat er in geen van de gevallen sprake was van, zoals dat juridisch heet, zwaar lichamelijk letsel. In het geval van de mishandeling van de ambulanceverpleegkundige is er sprake van openlijk geweld. Beide vrouwen én de 23-jarige man hebben zich daar schuldig aan gemaakt. De politierechter kan niet vaststellen dat deze drie ook de ambulancechauffeur hebben mishandeld. Wel staat vast dat de 23-jarige man de chauffeur heeft geslagen, maar omdat het Openbaar Ministerie dit ten laste heeft gelegd als openlijk geweld – een feite waarbij meerdere personen betrokken moeten zijn – kan de man hier juridisch niet voor veroordeeld worden.
Gevangenisstraffen
De politierechter is van oordeel dat een taakstraf voor dit geweld tegen de hulpverleners écht een gepasseerd station is. Het feit is daar gezien de aard van het letsel te ernstig voor. Daarom rest alleen een gevangenisstraf. Geweld tegen hulpverleners is buitengewoon verwerpelijk. De officier van justitie had gevraagd om een gevangenisstraf die gelijk is aan het voorarrest en een voorwaardelijke celstraf. Maar de politierechter vindt dat de feiten zo ernstig zijn dat de drie opnieuw naar de gevangenis moeten. De twee vrouwen en de 23-jarige man zijn veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden.